[Margareta de Heer]
HEER (Margareta de) was de kleindochter van Bartholomeus de Heer, die, met zijne vrouw Mayken, in 1609 bij de gereformeerde gemeente te Bolsward kwam. Haar vader, wiens voornaam niet vermeld wordt, was gehuwd met eene zuster van den vermaarden Frieschen dichter Gysbert Jacobsz.
Zij woonde te Leeuwarden en legde zich toe op het schilderen in waterverw van allerlei tafereelen, inzonderheid van vogels, bloemen of insecten. Deze voortbrengselen gingen door den loop der eeuwen schier allen verloren. Die op perkament bleven tot op heden ongeschonden bewaard. De heer Kramm bezit van haar twee groote teekeningen op perkament, voorstellende:
Tafels met eenige bloemen, vlinders en torren. 1651.
Voorts kwamen op de verkooping van boeken en schilderijen van mr. P. Wierdsma, in Junij 1813 te Leeuwarden gehouden, onder No. 31-41 van den Catalogus, negen stuks schilderwerken van haar voor, zijnde meestal landschappen met gevogelte, waaronder er twee met waterverw worden opgegeven, zoodat de overigen met olieverw zouden zijn geschilderd. Het stedelijk archief van Leeuwarden en het Friesch kabinet van oudheden aldaar bezitten thans onderscheidene fraaije stukken van hare hand. In Klioo's Kraam (van 1657) komen verscheidene lofverzen op hare kunst voor.
Verder is ons van haar niets meer bekend. Haar werk, zeker