[Feye van Heemstra]
HEEMSTRA (Feye van), geboren in 1630, was de zoon van Feye van Heemstra, luitenant in Friesche dienst en van Maria Bannier. Insgelijks de krijgsdienst gekozen hebbende, klom hij op tot kapitein, in 1672 tot sergeant-majoor, vervolgens tot kolonel en kommandant, eerst van Ravenstein en van 1677 tot 1682 van Emden. Hier geraakte hij in twist met de andere bezetting, werd door de regering ontzet en aangezegd de stad te verlaten. Toen hij daaraan niet gehoorzaamde, scheepte men hem en zijn huisgezin in en voerde hem naar Delfzijl. Willem III, de raadpensionaris Fagel en de staten-generaal waren hier over zeer ontevreden op de regering der stad, en hieruit ontstonden vervolgens vele onaangenaamheden, wier vermelding hier niet te huis behoort. Heemstra stond bij Willem III in groot aanzien, en meermalen maakte deze van zijne raadgevingen gebruik. Hij was een voornaam beoefenaar der vaderlandsche en Friesche geschiedenis en overleed den 7den Maart 1690. Hij was in 1658 gehuwd met Tjets Scheltesd. van Aysma, die den 11den Januarij 1685 overleed. Hunne zonen volgen.
Zie Stamboek van den Frieschen Adel, D. I. bl. 169, D. II. bl. 108; Kobus en de Rivecourt, Biograph. Handwoordenb.