Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 347]
| |
gaande, werd te Utrecht in 1600 geboren en overleed te Antwerpen in 1674. Hij was, volgens Immerzeel, een kunstrijk schilder van vruchten, bloemen, insecten en verschillende andere voorwerpen. Al wat zijn breed en tevens malsch penseel voortbragt was keurig uitgevoerd en bedriegend natuurlijk. In zijne afbeeldingen van metalen en marmers, en van glazen bokalen, waarin de omringende voorwerpen uit het planten- en dierenrijk zich afspiegelden, wist hij door de oordeelkundigste schikking der kleuren, eene verwonderlijke harmonie en het behaaglijkst effect in het ensemble te weeg te brengen. In het bijzonder muntte hij uit in het schilderen van goud en zilver. Daarom zong de dichter: Wanneer de Heem vol vuurs, op 't onbezield paneel,
't Nieuwsgierig oog verschalkt door streken van 't penseel.
Verwondert zich natuur, die voor den gloed der verwen,
Haar ooft, hoe glansrijk, ziet verbleeken en besterven.
't Is ijdel dat men van den vrekken Midas rept;
Hier heeft de kunst de verw in klinkklaar goud herschept.
Zijne stukken bragten dan ook belangrijke prijzen op. De schilder Johan van der Meer betaalde hem voor een groot tafereel, voorstellende een krans van allerhande fruit en bloemen, 2000 gulden. Op 's Rijks Museum te Amsterdam berust van hem: Een Bloem- en Fruitstuk. Op het Koninklijk Kabinet te 's Gravenhage vindt men van hem: Eene tafel met vruchten en verder bijwerk. Een Feston met bloemen en vruchten. In het Museum Boymans te Rotterdam: Een krans van bloemen en vruchten rond eenen rijnwijnroemer. De afbeelding van de Heem ziet het licht. Zijn zoon volgt nader. Onder zijne discipelen behoorden de beroemde Abraham Mignon en de Utrechtenaar Hendrik Schook.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Notitie der Schild. van het Koninkl. Kab. te 's Hage, bl. 11; Cat. van Schild. in het Museum Boymans te Rott. bl. 17; Engelberts Gerrits, Biogr. Handwoordb.; (Dubourcq) Beschrijv. der Schild. op 's Rijks Museum te Amst., bl. 52, 53. |
|