en op middelen bedacht was haar van zich te verwijderen. De gelegenheid werd hem daartoe geschonken, toen Margaretha het slagtoffer werd der verleiding. Ondanks herhaalde trouwbelofte, werd zij door haren verleider verlaten. Genoodzaakt haar vaderland te verlaten, trok zij naar Parijs, waar zij omstreeks 1750 nog leefde, onder de leden der koninklijke akademie opgenomen, met zekeren Mondotige gehuwd was, en grooten opgang maakte door hare kunst. Zij moet aldaar tegen het einde der achttiende eeuw overleden zijn. Door haar verblijf buiten 's lands is haar werk hier hoogst zeldzaam.
Zie Biograph. univers., T. IX. p. 223; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.