[G. van Hattum]
HATTUM (G. van) wijdde aan de weduwe van J. Six eenen lijkzang toe op den dood van haren gemaal, die in het 3e deel bl. 136 van het Dichtkundig Praaltooneel van Neêrlands Wonderen te vinden is.
Zie Heringa, in den Konst- en Letterb. 1848. D. I. bl. 149.