[Johan Coenraad van Hasselt]
HASSELT (Johan Coenraad van), zoon van mr. Johan Coenraad van Hasselt, burgemeester te Zutphen en van Arnoldina Lucretia Wentholt, werd geboren te Zutphen den 12den Julij 1754. In 's lands dienst getreden, werd hij in 1774 luitenant in het regiment infanterie van den erfprins van Oranje en doorliep verder alle rangen, totdat hij den 18den Julij 1803 tot kolonel van het 5de bataljon infanterie werd bevorderd en den 15den October 1806 als generaal-majoor bij de infanterie werd geplaatst.
In dien rang nam hij deel aan de krijgsverrigtingen der Hollanders in Pommeren en Pruissen in 1806, en was hem de taak om Kolberg te bedwingen opgedragen. Hij was ook tegenwoordig in den slag bij Friedland, den 14den Junij 1807, en gedroeg zich daar zoo dapper, dat de generaal Grouchy in zijn rapport omtrent dien slag aan den minister van oorlog zeide: Mr. le General van Hasselt entrainait les troupes par son exemple et son courage.
Aan van Hasselt werd de vereerende taak opgedragee de Hollandsche troepen uit Duitschland terug te voeren. Hij voldeed hieraan in Augustus 1809. Na dien tijd werd hij tot het uitvoeren van belangrijke zaken gebruikt, doch na de herstelling van ons volksbestaan heeft hij het land niet meer gediend, en is hij in zijnen rang gepensionneerd geworden.
Hij was ridder der orde van de Unie en overleed te Rijswijk bij 's Gravenhage den 9den of 29sten November 1829. Hij was gehuwd, eerst met zijne nicht Arnoldina Margaretha Anna van Hasselt, waarbij hij verwekte één zoon, die ongehuwd overleed, daarna met Maria Adriana van Vredenburch.
Zie Kraijenhoff, Bijdr. tot de Vaderl. Gesch. van 1809 en 1810, bl. 82, 98, 125, 132; Gedenkschr. van de Orde der Unie, bl. 42; Bosscha, Neêrl. Heldend. te land, D. III. bl. 255, 258; uit familie- en andere berigten aangevuld.