[Pieter Hasselaar]
HASSELAAR (Pieter), zoon van Gerrit Dirksz. Hasselaar, werd in 1626 raad en schepen te Amsterdam, welken laatsten post hij in 1633 wederom bekleedde. Acht malen werd hij tot burgemeester verkozen. Als zoodanig ontving hij Maria de Medicis, welke de stad met hare tegenwoordigheid vereerde, en werd hij, in 1650, benevens zijn ambtgenoot Antony Oetgens van Waveren, afgevaardigd, om prins Willem II den toegang tot de stad te ontzeggen en het gehoor te weigeren. Na nog gedurende 1646 tot 1648 het schoutsampt waargenomen te hebben, is hij welligt in laatstgenoemd jaar overleden. Hij was gehuwd met Agniet Schellinger. Een zoon van hem volgt.
Zie Wagenaar, Beschrijv. van Amst. D. V. bl. 21, 80; Kok, Vaderl. Woordenb.; uit medegedeelde berigten aangevuld.