[Elias de Hase]
HASE (Elias de), gewoon raad van Indië, werd in 1741, te gelijk met de raden Gustaaf Willem baron van Imhoff en Isaac van Schinne, door den gouverneurgeneraal van Neêrlands Indië gevankelijk naar Nederland opgezonden, wegens redenen door ons op het artikel van van Imhoff vermeld. In plaats van als een gevangene werd hij als een verongelijkte ontvangen, en, na onderzoek der zaak, geheel onschuldig verklaard aan de hem ten laste gelegde misdrijven. Gevraagd zijnde of hij weder naar Indië wilde terug keeren, verzocht hij de surcéance van het directeurgeneraalschap, daar hij anders niet meer derwaarts wilde gaan; welk verzoek hem werd toegestaan en hij tevens bedankt voor zijne gedane diensten, met vereering van een stuk zilver, ter waarde van vijf duizend gulden.
Zie Dubois, Hist. beschrijv. der reizen, D. XX. bl. 362-274; dit Woordenb. D. VI bl. 12, 13; P.A. Leupe, in de Bijdr. tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederl. Indië, Nieuwe volgr. D. II. bl. 361-370.