[Anthony Hartsen]
HARTSEN (Anthony) werd den 17den November 1719 te Amsterdam geboren, en was er later een aanzienlijk koopman en curator van de kweekschool der Doopsgezinde gemeente bij het lam en den toren, waarvan hij lidmaat was. Hij overleed er den 12den Mei 1782, om zijne braafheid en andere goede hoedanigheden geacht en bemind.
Hartsen was lid van het dichtgenootschap: Oefening beschaaft de Kunsten, en zocht, in de beoefening der fraaije letteren en dichtkunst, zijne uitspanning na inspannenden arbeid op zijn kantoor. Zijne verzen, meestal vertalingen, toonen smaak en beschaafdheid en zijn onberispelijk. Voor den Amsterdamschen schouwburg hielp hij eenige tooneelstukken overzetten, en voor het genoemde dichtgenootschap zette hij uit het Fransch en Hoogduitsch een vijftal tooneelstukken over, waarvan er sommige herhaalde malen op den Amsterdamschen schouwburg gespeeld zijn en die te zamen uitgegeven zijn onder den titel van:
Tooneel-Poëzy, Amst. 1770. 8o. 2 deelen.
Er bestaan van die tooneelspelen ook afzonderlijke uitgaven, die getiteld zijn:
De wedergevonden zoon, Amst. 1759. 8o.; ald. 1761 en 1770.
De moeder, vertrouwde van hare dochter, Amst. 1762. 8o.
Mahomet, Amst. 1770. 8o.
De vrouw naar de wereld, Amst. 1777. 8o.
De adelijke landman, Amst. 1779. 8o.
Nog zagen van hem het licht:
Brederode, vertaald naar het Latijn van P. Burman, Amst. 1767. 8o.
De Heer Cassander of de uitwerkingen van de Liefde en het Koperrood; zeer burgerlijk treurspel of aller-akeligste drama, naar het Fransch, Amst. 1778. 8o.
Een uitvoerig dichtstuk van Hartsen, aan niemand ler hier onder aangehaalde schrijvers bekend, getiteld: Aan onze Doopsgezinde gemeente; ter gedachtenisse van onzen eeraar Klaas de Vries, op den 23 Julij 1766 onverwacht verleden, vindt men achter Hulshoff's Lijkrede op dien eeraar, Amst. 1766. 4o.
Zie Verv. op de Beschrijv. van Amsterdam door Wagenaar, D. XI. bl. 103; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; de Vries,