[Pieter Harinxma]
HARINXMA (Pieter) thoe Slooten was de zoon van Watze Harinxma en Saek Cammingha, en werd in 1470 hoveling te Sneek en in 1487 grietman van Wymbritseradeel. Hij was gehuwd met Rixt Jongema, wier broeder Juw hem om hulp kwam vragen, toen deze uit Bolsward de vlugt had genomen. Dien ten gevolge trok hij gewapend op, voorzag Waltastins te Tjerkwerd van het noodige, belegerde Hottingastins te Nieuwland, doch werd van daar weggelokt door Sicke Sjaerdema, die Bolsward had ingenomen. In het daarop binnen die stad geleverde gevecht bleef hij overwinnaar, verdreef de benden van Sjaerdema, trok naar Wommels en verbrandde en plunderde verscheidene huizen van de Sjaerdema's en Hottinga's. In 1482 verdreef hij de gebroeders Heslinga en nam stormenderhand hun huis te Poppingawier in. Kort daarop door den abt van Hemelum ter hulp geroepen, tot ontzet van het aan dat klooster toebehoorend slot, de Spijker genaamd, begaf hij zich met eene groote magt derwaarts, maar keerde onverrigter zake weder terug, daar hij onder weg vernam, dat het slot, zich reeds had overgegeven. Na dien tijd wordt zijn naam niet meer genoemd en overleed hij in 1488, tot groote schade der Schieringsche partij, die in hem een krachtig voorvechter vond.
Zie van Sminia, Nieuwe Naamlijst van Grietmann. bl. 282, 283, door ons hier gevolgd; Arend, Algem. geschied. des Vaderl. D. II. St. III. bl. 243.