[Pieter Willem van Haps]
HAPS (Pieter Willem van), waarschijnlijk een zoon van den voorgaande, was een niet onverdienstelijk tooneeldichter, blijkens de volgende tooneelstukken, die hij onder de zinspreuk: Paulatim ad fastigium en met platen van Romein de Hooghe, A. Schoonebeek en J. Punt, het licht deed zien:
Het Huwelijk door List, Amst. 1694. 8o.
Sophonisba, treurspel, Amst. 1698. 8o.; 3de druk ald. 1733. 8o.
Het zevende Schimpdicht van Juvenalis nagevolgt, en op onze tijden toegepast, Amst. 1699. 8o.
De Mansmoer, kluchtspel, Amst. 1699. 8o.; herdr. ald. 1762. 8o.
Verliefde Brechje, kluchtspel, Amst. 1705. 8o.
Brieven van Minnaars en Minnaressen, Amst. 1705. 8o.
Zie Witsen Geysbeek, Woordenb. van Ned. Dicht.; Cat. van de Bibl. der Maatsch. van Ned. Lett. te Leid. D. I. b. bl. 106, D. II bl. 514.