[Petrus van der Hagen]
HAGEN (Petrus van der) werd te Amsterdam geboren den 26sten Februarij 1641, en studeerde te Leiden in de godgeleerdheid. Na zijne bevordering tot proponent vertrok hij in 1660 naar Engeland, en van daar in het volgende jaar naar Frankrijk, waar hij in October predikant werd van de buitengewone Nederlandsche gezanten te Parijs. Van daar in den zomer van 1662 wedergekeerd, werd hij beroepen aan den Leidschendam en in Februarij 1663 aldaar bevestigd. In het volgende jaar vertrok hij naar Leiden en in 1670 naar Amsterdam. Hier begon hij zijne verklaring over den Brief van Paulus aan de Ephesen, doch nog maar tien preêken daar over gedaan en het eerste gedeelte van het 7de vers van het 1ste hoofdstuk verklaard hebbende, werd hij in den bloei zijner jaren, den 3den Julij 1671, door den dood weggerukt en den 8sten derzelfde maand in de Nieuwezijds kapel begraven. Zijne afbeelding ziet het licht. Hij was den 24sten April 1663 gehuwd met Adriana van Wassenaar, dochter van Johannes van Wassenaar, laatstelijk predikant te Buiksloot. Deze vrouw overleed den 12den Mei 1667, nalatende een zoon Johannes, die volgt, en eene dochter. Den 4den Februarij 1670 begaf hij zich wederom in den echt met Maria du Noys. Van hem zijn gedrukt en na zijn overlijden uitgegeven de volgende werken:
Predicatien over de Philipensen, Amst. 1673. 4o. Herdrukt aldaar 1734. 4o.
Predicatien over de Catechismus, Amst. 1676 4o. Herdrukt aldaar 1736. 4o.
Boet- en Bededags-Predikatien, Amst. 1676. 4o. Herdrukt ald. 1687, 1737, beiden in 4o.
Verborgentheid der Godzaligheid, Amst. 1677. 4o. Herdrukt ald. voor de zesde maal, 1736. 4o.