(Met B. Fremery, J.P. van Heel enz.) Gemengde Dichtproeven, van eenige letterlievende vrienden, Dord. 1788. 8o.
Gedichten, Rott. 1794. 8o.
Ofschoon er op de hoedanigheid van zijne verzen heel wat is af te wijzen, ontkennen bevoegde kunstregters niet, dat er in sommigen van dezelven veel schoons en verdienstelijks gevonden wordt.
Zie Boekz. der gel. wereld, 1779, a. bl. 290; Witsen Geysbeek, Woordenb. van Ned. Dicht.; Catal. van de Bib. van Mr. Robidé van der Aa, bl. 116, 119.