[Livius van Haersma]
HAERSMA (Livius van), afkomstig uit het vermaarde geslacht der Haersma's, hetwelk een groot aantal kundige regeringspersonen aan Friesland geschonken heeft. Hij werd den 20sten Mei 1702 geboren en was de zoon van Aulus van Haersma en Anna Scheltinga. Na den dood van zijnen broeder Arent, volgde hij hem, in 1723, als grietman van Smallingerland op. Als gecommitteerde staat in het Mindergetal woonde hij in 1734 den intogt van Willem IV bij. In 1748 was hij lid van de staten. Hij was gehuwd eerst, in 1735, met Aurelia van Haersma, daarna, in 1758, met Maria van Wijckel en verwekte geene kinderen. Hij overleed den 30sten Januarij 1778 en werd in de kerk te Oudega begraven. Zijne weduwe overleed in 1792.
Zie Boekz. der gel. wereld, 1778. a. bl. 316; van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietmann., bl. 144.