[Dirk van Haarlem]
HAARLEM (Dirk van), mede afkomstig uit het oude geslacht van dien naam, werd na den moord van graaf Floris V, in 1296, tot drost van Muiden aangesteld. Als zoodanig werd hij kort daarop door den Utrechtschen bisschop Willem van Mechelen belegerd. Dapper verdedigde hij het hem toevertrouwde slot, tot dat hij door het grootste gedeelte der bezetting tot de overgave gedwongen, en slechts ten koste zijner vrijheid lijfsbehoud verwierf. In 1304 was hij andermaal drost van Muiden, in welk jaar hij in den slag bij Duiveland tegen de Vlamingen sneuvelde.
Zie Hoogstraten, Woordenb. D. V. St. II. bl. 13; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. III. bl. 92; Arend, Algem. Gesch. des Vaderl. D. II. St. I. bl. 386, St. II. bl. 17.