[Pieter van Gunst]
GUNST (Pieter van) dichter uit het begin der 18e eeuw. Hij gaf in 1736 te Utrecht en Amsterdam eene Psalmberijming uit, waaraan hij reeds 18 jaar had gearbeid. Het is een woordelijke berijming van de Staten-overzetting, waarin het getal der verzen van Dathenus stiptelijk is nagevolgd. (De CL Psalmen des Prof. Davids met de gewoone Lofzangen Utr. 1736 8o.) Ook gaf hij: De Belijdenis des Geloofs, de 12 Artikels, Zieketroost en Heidelbergsche Catechismus in dichtmaat Amst. 1743. 4o.
Zie van Iperen, Kerk. Hist. v.h. Psalmgez. D. I bl. 224; Witsen Geysbeek. B.A.C. Woordenb. D. I. bl. 449; Arrenberg, Naamreg. bl. 205; Cat. d. Maats. v. N. Letterk. D. I. bl. 257; Cat. J. van Voorst T. I. p. 184; Nieuwenhuis, Woordenb. van K. en Wetens. Aanhangsel D. III. bl. 267; Collot d' Escury. Hollands roem A IV (2) 418; Cat. Rob. v.d. Aa, bl. 84; Catal. eeue uiterst zeldz. verzameling van Holl. Bijbels enz., verzameld door F. Muller bl. 17.