Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 553]
| |
Benedictijnen en deed in de beroemde abdij van St. Guslain, onder den abt Sulpice de Blois, zijne gelofte. Toen Augustin Crulay, opvolger van de Blois, zijn klooster hervormde, omhelsde hij met vijf andere monniken deze hervorming, en werd wegens zijne godsvrucht en bekwaamheid meermalen naar de congregatie van O.L. Vrouw, waarvan zijne abdij lid was, gezonden. Later werd hij subprior en eindelijk prior. Hij stierf 30 Maart 1687 in den ouderdom van 67 jaren. Hij verstond en schreef het Latijn zuiver en legde zich vooral op de geschiedenis zijner abdij toe. Ook hielp hij Mabillon bij zijne Acta Benedictorum en stelde het leven van St. Guslain er voor op. Hij liet in hands, na: Epitome Rerum gestarum monasterii S. Ghisleni. Abrégé des faits memorables arrivés dans l'Abbaye Imperiale et Royale de St. Ghislain.
Zie Paquot, Mém. T. I p. 244. |
|