[Philippus Gualtherus]
GUALTHERUS (Philippus), naar de stad Chatillon, de Castellione bijgenaamd, bisschop van Magalo, werd te Rijssel in Vlaanderen geboren; leefde in de de XIIe en XIIIe eeuw, en vervaardigde een heldendicht getiteld: Alexandreis, sive gesta Alexandri Magni in 10 boeken, aan Willem II aartsbisschop van Gent (1176-1201), opgedragen en in 1487, vervolgens te Straatsburg 1513 4o, Ingolstadt 1541 8o, Lyon 1558 4o, Ulm 1559, St. Gal 1659 en 1693 in 12o in het licht verschenen. Dit gedicht is, hoewel groote gebreken in stijl en prosodie hebbende, niet zonder kracht en gloed; doch verdiende niet, gelijk sommigen wilden met de Aeneas gelijk gesteld te worden. In de XIIIe eeuw was het nog zóó algemeen geacht, dat het in plaats der klassische dichters op de scholen werd gelezen. Zijn overige werken zijn: Libelli III contra Judaeos, in dialogi formam conscripti Lugd. Bat. 1692 8o door Oudinus, en de S.S. Trinitate Tractatus in 1721 door Bernard Pez uitgegeven. Men vindt in de keizerl. bibliotheek onder No. 3245 een ms. getiteld: Gualteri de Jnsulâ, doch deze bundel is niet het werk van Philippus Gualtherus maar van Gualtherus Mapes of Mapoeus, kapellaan van Hendrik II, koning van Engeland. Men heeft ook een ms. Epistola Walteri, Magolensis Episcopi et sacrae Rom. Eocles. Legati ad Praepositum et Canonicos Ecclesiae Insulensis vóór de Flores
super Psalterium. Voorts bezat het Karthuizer klooster te Gent van hem: Morale dogma Philosophorum en te Affligem bij Brussel werd zijn ms. de Mahumeto bewaard. Hij stierf te Chatillon, blijkens het volgende distichon.
‘Insula me genuit, rapuit Castellio nomen,
Perstrepuit modulis Gallia tota meis.’
Zie zijn leven, door Sebastianus Linck, vóór de Alexandreis en door Oudinus vóór de Libelli III contra Iudaeos; Pagius, ad Annum 1102 num. XIII; Pezii, Dissert Isagog. p. XXII; Fabricius, Bibl. Med. et Inf. Latinat. T. VI p, 327, 328; Val. Andreas, Bibl. Belg, p. 773, 774; Hermanni, Conspect. Reip. Litter p. 56, Acta Philosoph. P. XV p. 371. Biogr. Univ. t.v.c.v.