[Petrus Grootveld, Groodveldt of Grootvelt]
GROOTVELD, GROODVELDT of GROOTVELT (Petrus) zoon van Franciscus Grootveld, als predikant te Arkel den 25 Maart 1736 gestorven, werd te Arkel geb. en na volbragte studien eerst waarnemend predikant te Gouda, den 8 Mei 1737 tot adjunct predikant te Vessem c.a. beroepen en den 7 Julij bevestigd. Den 29 Maart 1740 werd hij, in plaats van Johannes Antonius Martinet, predikant te Schijndel en Liempde en aldaar den 7 Augustus door zijn schoonbroeder Gosuinus van Nouhuys, predikant te St. Oedenrode, bevestigd. Hij bleef aldaar in dienst tot zijn dood (1773), doch nam in 1747 de betrekking van legerpredikant in Brabant waar. Hij was gehuwd met Theodora de Jongh. Na zijn overlijden hield Schijndel op met Liempde gecombineerd te blijven. Hij was een ijverig voorstander van het Protestantismus, blijkens de volgende door hem in het licht gegeven geschriften. Ook was hij latijnsch dichter, blijkens zijne Ode in aeternam templi Rodensis St. Odae dicti memoriam.
Leerrede op de Bedendag van het jaar 1746. 4o.
Pattaecion of gestrafte lasteraar Breda 1749.
Abaddon in de Majory van 's Hertogenbosch, ter gelegenheydt van 't zoogenaamde Roomsch jubeljaar MDCCLI ontdekt en tot beschaminge blootgestelt over deszelfs attentaat tot Geldrop en Heese, in twee Zamenspraaken s' Hertogenb. 1752.
Boettrompet van getrouwe voorgangers in het Protestantsche Zion, tegens of in de uure der verdrukking geblazen en beantwoord door een opregt duivengekir en wanhoopig beerengebrom, voorgesteld op den algemeenen dank- vast- en bededag over Jes. LIX vs. 9, 10 en 11 's Hertogenb. 1760.
Zie Boekzaal der Geleerde Wereld. 1736. a. 364 a. 490. 1737 a. 617 b. 216. 1740 a. bl. 437 b. 229:1747 a. 459 1748 a. 116. (berigt van zijne ontmoetingen als legerpredikant) Mei 1773 bl. 666; Braus Naamregister van Predikonten bl. 19. Gerrit Noordbeck en Bernardus Mourik Naamrol der Godgeleerde Schrijvers, Paquot, Mémoires pour servir à l' Histoire littêraire des Pays, bas Tom. III. p. 299; Glasius Godgeleerd Nederland o.h.w.H. de Jongh, Naamlijst van Predikanten bl. 313. April 1742 p. 463-468; Hermans. Introductio in Notitiam rei literariae maxime Provinciae Brab. Septentrionalis p. 22.