[Adrianus Grons]
GRONS (Adrianus) studeerde in 1689 te Franeker en promoveerde er met veel lof in de regten. Vervolgens tot bijzitter en mederegter van Wonseradeel benoemd, verwierf hij den naam van een uitstekend regtsgeleerde, die door den ganschen omtrek geraadpleegd werd. Hij bewoonde de zate Grons en was bekend om zijn groote achteloosheid in zijne kleeding. Door geschriften heeft hij zich, voor zoover wij weten, niet bekend gemaakt. Hij stierf den 14den Junij 1726 en werd te Burgwerd begraven. Zijne vrouw heette IJtje Buwalda en hij verwekte bij haar, onder andere kinderen, twee zonen van groote hoop, beiden als student in de regten overleden.
Zie Halbertsma, Hulde aan Gysb. Japiks, D. II. bl. 349, 350.