[Lukas van Groenewoud]
GROENEWOUD (Lukas van) was de in eerste helft der achttiende eeuw krankbezoeker te Leiden, en maakte zich, behalve door een Verhandeling over het Genade-Verbond, die te Amsterdam in 1736 en nog eens in 1740, in 4o, het licht zag, als een kundig en spitsvinnig schrijver bekend, door een werk, zamengesteld om aan te toonen dat zoowel de Predikant Theodorus van Thuynen als de Hoogleeraren Lampe en Driessen, in den door hen gevoerden twist over het leerstuk des geloofs, van het regte spoor waren geraakt, en de eene zoowel onregtzinnig was, als de andere. De theologische faculteit der Leidsche Hoogeschool verklaarde dat in Groenewoud's geschrift vele nuttige zaken gevonden werden tot stichting en opbouwing in het geloof en oefening der godzaheid. Dat werk, na 's mans dood uitgegeven, was getiteld:
Nauwkeurige behandeling van het Zaligmakende Geloof, waarin, na een korte verklaring van het Geloof der wonderen, tijdt en historisch, de oude en nieuwe gevoelens over hetzelve, zo van ketters als regtzinnigen getoetst zijnde, de valsheid van veele ontdekt, de natuur, oorspronk, onderwerp, daden enz. schriftmatig verklaart, bewezen, tegen de schijn gegronde tegenwerpingen verdedigt, de fijnste vragen beantwoord, en tot bevordering van de onvervalste waarheid, en heilige godvrugt zamengesteld, en op de gemoederen worden toegepast, Leiden 1726. 4o Amst. 1749. 8o.
Zie van Abkoude, Naamreg. van Boek. D. I. St. I. IV; Ypeij en Dermont, Geschied. der Ned. Herv. Kerk, D. III. Aanteek. bl. 99-102; Glasius, Godgeleerd Nederl.