's Gravezande was een hoogst verdienstelijk onderzoeker der Nederlandsche kerkgeschiedenis, en teregt is het gezegd, dat zijne werken vele bijzonderheden bevatten, die elders te vergeefs gezocht worden. Bij eenen onvermoeiden ijver en rustelooze werkzaamheid paarde hij eene groote naauwkeurigheid en uitgebreide belezenheid. Daaraan hebben wij de volgende werken te danken:
Geschiedkundig bericht aangaande Hermannus Faukelius, alsmede den oorsprong van het kort begrip der christelijke religie, voor die haar wilien begeven tot het Heilig Avondmaal, in de Boekz. der gel. wereld, 1765, D. II. bl. 165-180, 187-201.
Twee honderd jarige gedachtenis van het eerste Synode der Nederlandsche kerken onder het kruis; en zoo in, als buiten Nederland, allesins verstrooid; gehouden te Wesel den 3 November 1568. Gevierd in eene kerkreden over 1 Cor. XIV:40 te Middelburg in Zeeland, den 20 Nov. 1768, enz., Middelb. 1769. 8o.
Tweede eeuw-gedachtenis der Middelburgsche vrijheid, zoo in den godsdienst als burgerstaat; of historische aan eenschakeling van gebeurtenissen der stad Middelburg in Zeeland, ten tijde der Nederlandsche Beroerten; enz. Middelb. 1774. 8o.
De Unie van Utrecht herdacht, benevens eenige geschiedkundige bijvoegselen betreffende het ontzet van Leyden, de oprigting der Hooge School aldaar, de inneming van Zierikzee, de pacificatie van Gent, de satisfactie van Goes, enz. Middelb. 1779. 8o.
Vrede groet ter inwijding van het Armziekenhuis te Middelburg. Met geschiedkundige aanteekeningen, Middelb. 1785. 8o.
Over den Franschen schrijfstijl (Stilus Curiae); in de Verh. van het Zeeuwsch Genootsch. der Wetensch. te Vliss. Middelb. 1775. D. IV.
Geschiedkundige Narichten betrekelijk de blanke en zwarte Jooden te Cochin op de kust van Malabar; in dezelfde Verhand. Middelb. 1778. D. VI. bl. 517 en Vervolg daarop 1782. in D. IX. St. 2. bl. 515.
Onderzoek over de oplossing der schijnstrijdigheid tusschen Mattheus IX, 1-26, vergeleken met Marcus II, 1-22, en Lukas V, 17-39; in dezelfde Verh. Middelb. 1786. D. XIII.
's Gravezande wordt ook gehouden voor den schrijver der 8 eerste deeltjes van den Chronyk van Zeeland verkort en aangevuld, Middelb. 1778. 12o.
Zie Boekz. der gel. wereld, 1742. a bl. 593, 1743. a 707, 1745, b, 501, 726, 1748. b, 582, 1757. a 335, 336; Brans, Kerk. Reg. der Predik. bl. 61, 99, 101; de Jong, Naaml. van Boek. bl. 665-667; (Bodel Nijenhuis) Opgave van Beschrijv. der gewest. enz. in den Vriend des Vaderl. D. IV. No. 4, bl. 296; De Navorscher, D. III, bl. 161; Muller, Catal. van Boek. over Nederl. geschied. bl. 33, 128.