Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 323]
| |
Blois in Frankrijk op den 7den October 1635 geboren, studeerde aan de akademie te Saumur, waar hij het onderwijs ontving van de beroemde Hoogleeraren le Fèvre en Capelle. Tot de predikdienst toegelaten, werd hij in 1662 beroepen te Poitiers en bedankte voor het hem aangeboden hoogleeraarambt te Saumur. Na de opheffing van het edict van Nantes in 1685 werd hij genoodzaakt Frankrijk te verlaten. Eerst vertoefde hij eenigen tijd in Engeland, stak toen van daar over naar Nederland, en hield zich eenigen tijd te Dordrecht op, totdat Curatoren der Groninger Hoogeschool hem het professoraat in de godgeleerdheid, Grieksche taal en wijsbegeerte opdroegen. Hij aanvaardde deze betrekking den 6den April 1691 en vervulde haar met roem tot aan zijnen dood, die den 5den November 1704 plaats had. Gousset was een in vele opzigten zeer geleerd man. De Hebreeuwsche taal was echter zijne geliefkoosde studie. Bij zijne geleerdheid muntte hij uit in godsvrucht, onbesprokene deugd en voorbeeldelooze zedigheid. Als godgeleerde, wijsgeer, uitlegkundige en als beoefenaar der Oostersche taal, deed hij zich kennen door de volgende geschriften: Controversarium adversus Judaeos ternio in specimen operis jam affecti, quo R. Isaaci Chizzak-Emonna confutatur. Praemissa praefatione de disputationibus adversus Judaeos et subjuncto monito de Ph. a Limborch cum Judaeo collatione, Dordr. 1688. 8o. Dissertatio de viva deque mortua fide doctrina Jacobi apostoli evoluta. - Dissertatio ostendens Cartesianum mundi systema non esse, ut quidam existimant, periculosum. Oratio item, qua Deum esse ex mundi hujus inferioris harmonia demonstratur, Amst. 1696. Considérations théologiques et critiques sur le projet d'une nouvelle version françoise de la Bible, publiée l'an 1696 sous le nom de Mr. Ch. le Cêne, dans lesquelles la verité est defendue par un grand nombre de passages de l'écriture S. Amst. 1698. 12o. Commentarii linguae Hebraicae, Amst. 1702 fol. Vesperae Groninganae, sive amica de rebus sacris colloquia, ubi varia scripturae loca selecta, difficilia et magni momenti accurate tractantur atque egregie explicantur, Amst. 1711. Disputationes in Epistolam Pauli ad Hebraeos et ad Leviticum XVIII:14, Amst. 1712. Jesu Christi Euangeliique veritas salutifera demonstrata in confutatione libri Chissoak-Emonna a R. Isaaco scripti, Amst. 1712. fol. Causarum primarum et secundarum realis operatio, Lov. 1716.
Zie Brucherus, Gedenkb. van Stad en Lande, bl. 321, 322; Saxe, Onom. Liter. T. V. p. 285; Glasius, Godgel. Nederl. D. I. bl. 551-553, D. III bl. 656, 660. |
|