Goslinga het bewuste antwoord gegeven. De brieven waren in de Friesche taal met Grieksche letters geschreven.
In het land teruggekeerd, wijdde hij zich geheel aan de belangen van zijn vaderland en van zijn gezin. Groote invloed oefende hij uit tot verkiezing van Willem IV tot Stadhouder van Groningen, die in 1718 plaats had. Meermalen werd hij tot scheidsman geroepen in de geschillen, met Groningen en Gelderland ontstaan, en ter beslissing van die tusschen de Friezen, Groningers en Drenthenaars over de grensscheiding gerezen.
Het was hem intusschen niet vergund de rust, die hij op Goslinga-state genoot, ongestoord te blijven bezitten: want toen later op nieuw oorlogswolken zamentrokken en Europa bedreigden, werd hij in 1727 naar Soissons gezonden, ter bijwoning van het congres, hetwelk in den beginne zoo belangrijk scheen en zoo weinige gevolgen had. Bijzonder vereerend was de wijze, waarop Goslinga tot dezen post werd aangesteld, dien hij echter met tegenzin aannam. Het was bij deze gelegenheid dat Keizer Leopold hem tot den Rijks-Gravenstand wilde verheffen, en de republiek Bern hem het burgerregt aanbood. Voor beide eervolle onderscheidingen werd echter door Goslinga beleefdelijk bedankt.
In 1730 op Goslinga-state teruggekeerd, kreeg hij eene leverziekte, welke hem den 20sten September 1731 ten grave rukte. Zijn stoffelijk overschot werd in de kerk te Dongjum ter ruste gelegd, waar zijne dochters, na den dood harer moeder, die den 25sten Januarij 1735 overleed, een marmeren graftombe voor hem hebben opgerigt, die, door den vermaarden beeldhouwer Jan Baptist Xavery vervaardigd, met een lofvermeldend opschrift van P. Wesseling en met zijn borstbeeld voorzien is.
Goslinga was den 12den Junij 1692 gehuwd in de kerk te Ballum, op Ameland, met Joanna Isabella, dochter van Georg Wilco Baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, die hem als erfvrouwe van Ameland medeeigenaar van die heerlijkheid maakte. Zij schonk hem vijf dochters, wier namen zijn: Fedina Sophia, gehuwd met Duco Gerold Martena van Burmania, Helena Maria, gehuwd met George van Burmania, Anna Juliana, Dodonea Lucia, gehuwd met Unico Willem Graaf van Wassenaar, en Agatha Rixtina. De afbeelding van Goslinga ziet het licht. Zijne gedenkschriften als Gedeputeeerde te velde zijn, op last van het Friesch Genootschap van Friesche Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, uitgegeven, onder den titel van:
Mémoires relatifs à la guerre de succession de 1706-1709 et 1711 de Sicco van Goslinga, publiés par M.M.U.A. Evertsz. et G.H.M. Delprat, Leeuw. 1857. 8o.
Weinige staten kunnen zich beroemen mannen als Gos-