in het belang van den Prins van Oranje, alsmede om de vervallen burgerlijke vrijheden te doen herstellen, is bewaard en in deszelfs geheel in de hier onder eerst aangehaalde bron te vinden. Hoogst waarschijnlijk was hij dezelfde met dien kunstenaar, waarvan de Heer Kramm bij gissing melding maakt. Is dit zoo, dan was hij een zeer verdienstelijk schilder, die wel waardig was dat zijne levensbijzonderheden nader bekend waren.
Zie Het beroerd Nederland, D. III. bl. 6, 10-14, 25, 29, 31, 32, 36, 58; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. XX. bl. 271, 273, 284, 298; Kok, Vaderl. Woordenb. art. Amsterdam; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch. D. I. bl. 574.