den. Zijn verder bedrijf is ons onbekend. Hij leefde nog in 1613. Uit zijn huwelijk met Wilhelmina van Wachtendonk liet hij onder anderen twee zonen na, Walraven en Otto, die beiden volgen, en eene dochter, Margaretha, gehuwd met Floris van Merode.
Zie Bor, Ned. Oorl. B. XXXI. bl. 815 (30), 817, (32); Wagenaar, Vaderl. Hist. D. VII. bl. 200, D. VIII. bl. 55; de Jonge, de Unie van Brussel, bl. 63; Scheltema, Staatk. Ned. D. I. bl. 367, 368. Groen van Prinsterer, Archiv T. VI. p. 355, 356; Geschiedk. aanteek. omtrent Fred. Hendr. enz. bl. 99.