[Jan van Bourgondié, Heer van Fromont]
FROMONT (Jan van Bourgondié, Heer van) of Froymont, dien wij hier plaatsen omdat hij op zijn eigenlijken naam niet vermeld is, was de derde zoon van Karel I van Bourgondië, Heer van Fallez, eene baronnij in Brabant. Hij stamde, met zijnen vader, af van Boudewijn, bastaard van Bourgondië, natuurlijke zoon van Hertog Filips de Goede. Bij het uitbreken van den opstand tegen Spanje, werd Fromont in de plaats van den Graaf van Barlaymont tot Stadhouder en Slotvoogd van Namen door de Algemeene Staten benoemd, en als zoodanig teekende hij in 1577 de Unie van Brussel. Hij bevond zich op het kasteel op het oogenblik toen Don Juan in 1577 hetzelve bij verrassing innam. Zelf ter goeder trouw zijnde, hadden de vier zonen van Barlaymont hem op eene listige en verraderlijke wijze weten over te halen om den Landvoogd binnen te noodigen, ten einde, zoo zij voorgaven, hem de sterkte te doen beschouwen. Terwijl men den landvoogd een ontbijt gereed maakte, bleef hij in de poort staan praten, tot op de aankomst van een troep ruiters, die hij in een nabij gelegen bosch verstoken had. Fromont werd hierop overvallen en met de zijnen uit het kasteel gedreven. Ofschoon zijn gedrag van onvoorzigtigheid niet vrij te pleiten is, oordeelden de Staten hem evenwel onschuldig, en hij bleef in gunst en in het bezit zijner waardigheden. Later heeft hij, op het voorbeeld van andere edelen der Zuidelijke Nederlanden, zich met den Koning verzoend, en ontving ter belooning de aanzienlijke plaats van Raad van State en Hoofd der Rekenkamer. Zijne verdere lotgevallen zijn ons niet bekend. Hij was verbonden aan het aanzienlijke geslacht van Croy, door zijn huwelijk met Louise, dochter van Filips van
Croy, eerste Hertog van Aarschot, weduwe van Maximiliaan