[Andries Frisius]
FRISIUS (Andries) stond in 1649 aan het hoofd van een Nederlandsch gezantschap naar Jedo, om den Keizer van Japan tot zachtere maatregelen te bewegen tegen de Nederlandsche kooplieden. Hij was later Secretaris der hooge regering in Oost-Indie, teekende als zoodanig het in 1652 met den Koning der Ternatanen gesloten verdrag en keerde in 1661 als Bevelhebber der retourvloot naar het vaderland weder.
Zie Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Ind. (Nieuwe uitgave) D. I. bl. 128, 459; Teenstra, Beschrijv. van de Ned. Overz, Bezitt. bl. 638.