geneeskunde en vestigde zich als geneesheer te Amsterdam. Een grieksch lofvers op de Musae Juveniles van Robertus Keuchenius (1662) vindt men in dien bundel bl. 44, 199.
Zie Wagenaar, Beschrijv. van Amst., D. XI. bl. 316; van Rappard, Overz. eener verz. Alba Amicor., in Nieuwe Reeks van Werk. van de Maatsch. der Ned. Letterk. te Leid. D. VII. St. II. bl. 124, 126, 127.