[Johannes Focco]
FOCCO (Johannes), bij anderen ook Focco Johannis genaamd, geboren in 1587, was in 1616 reeds in dienst te Holwerd in Friesland, en vertrok van daar in 1619 naar Franeker. Ten gevolge van de verzwakking van zijn geheugen, in 1641, werd hij in 1642 emeritus. Hij overleed den 22sten Maart 1650 aan eene beroerte, die hem overviel ten gevolge eener schrik, hem door een dolzinnige aangejaagd. Hij was eerst gehuwd met Magdalena Wilhelmius, daarna met Tijardka Gerbens. Zijn zoon, Johannes, die zich Johannes Phocylides ab Holwarda noemde, was Hoogleeraar in de wijsbegeerte en zal later behandeld worden. Zijne afbeelding gaat op onderscheidene wijzen in prent uit.
Johannes Focco schreef de volgende werken:
Conciones solemnes de afflictionibus et liberationibus Christianorum in hocce Belgio, quoad periculum ab Heterodoxia et bellis continuis, Franeq. 1643. 4o. 2 Tom.
Proef-Predikatien, Franek. 1648. 4o. Leeuw. 1653. 4o.
Nieuw-Jaars gift, Franek. 1649. 8o.
Conciones Miscellaneae, Franeq. 1650. 4o.
Predikatien over het Geloof, Franek. 1652. 4o.
Zie Greydanus, Naaml. der pred. in de class. van Franeker, bl. 30; Columba en Dreas, Naaml. der pred. in de class. van Dokkum, bl. 119, 120; Vriemoet, Athen. Frisiac. p. 355; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. III; Ferwerda, Naaml. van Boek. D. I. bl. 156, 157, St. II. bl. 124; Muller, Cat. van Portr. bl. 134.