plaatste Rijks Herbarium, hetwelk zich tijdens het uitbarsten der Belgische onlusten te Brussel bevond, maakte hij zich zeer verdienstelijk. Zijn kortstondig leven was geheel aan de natuurkundige wetenschappen gewijd. Hij nam een ijverig deel aan de redactie van het groote kruidkundig werk, door den heer Blume, aangaande de Nederlandsche Oost-Indische bezittingen uitgegeven, en leverde in onderscheidene tijdschriften belangrijke opstellen betrekkelijk de natuurkundige wetenschappen. De kennis der Zoogdieren was eene hoofdneiging van hem, blijkens het voortreffelijk werk, dat hij uitgaf onder den titel van:
Synopsis Mammalium, Stuttgardt, 1829.
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1832, D. I. bl. 388.