[Severinus Feyta]
FEYTA (Severinus) werd te Harlingen geboren, studeerde te Leuven en verwierf zich door zijne betoonde dapperheid, als onderbevelhebber der studenten, bij de berenning dier stad door Maarten van Rossem in 1542, onvergankelijken roem. Uit dien hoofde verhief hem Keizer Karel V op den 15den Februarij 1545 in den adelstand, onder het genot van al de voorregten, destijds daaraan verbonden, en schonk hem een wapen.
Een opzettelijk onderzoek, ingesteld naar de vroegere en latere levensbijzonderheden van Feyta, heeft geene gunstige resultaten opgeleverd. Een uitvoerig verslag van het wapenfeit, waarbij Feyta zich zoo beroemd maakte, vindt men in de verhandeling van Mr. J. Dirks in den tweeden hier vermelden bron voorkomende.
Zie Kist en Moll, Kerkhistor Archief, D. I. bl. 178-181; de Vrije Fries, D. VII, bl. 297-323, met eene afbeeldiging van het aan Feyta verleende wapen.