vanger van de Overzetters des Ouden Testaments. Tot die benoeming had voornamelijk aanleiding gegeven zijne vertaling van:
Het Nieuwe Testament onses Heeren Jesu Christi, wt den grieckschen overghesét, neerstelick nu oversien na de beste oversettingen, ende van veel druckfauten ghesuyvert; met nieuwe Sommatien ende afdeelinghen der capittelen, midtsgaders annotatien aan den kant tot verclaringhe van den text, Middelb. 1617. 8o.
De boeken van het Oude Verbond werden door Faukelius uit het Hebreeuwsch overgezet, doch deze arbeid, die, in twee folio deelen, door hem eigenhandig geschreven, berust in de consistoriekamer der Hervormde gemeente te Middelburg, is niet in het licht verschenen. Door dezen arbeid, en de vorige, verdiende Faukelius den lof hem door bevoegde beoordeelaars als taalkenner en uitlegkundige toegezwaaid, en bij de beoordeeling thans van 's mans arbeid, moet men vooral in het oog houden den tijd waarin hij leefde, en den toenmaligen stand der wetenschap, nog niet bestraald door het licht van den grooten Schultens, hetwelk eerst in het begin der achttiende eeuw opging.
Onder de werkzaamheden aan Faukelius, door de Synode, te Dordrecht vergaderd, opgedragen, behoorde ook het vergelijken van de Latijnsche, Fransche en Nederduitsche exemplaren der Geloofsbelijdenis, en de vervaardiging van twee Catechiseerboekjes. Tot laatstgenoemden arbeid had hij zich vroeger reeds geschikt betoond, door de opstelling van een Kort begrip der Christelijke relige, hetwelk te Middelburg reeds in 1608 werd ingevoerd en ook achter zijne vertaling van het Nieuwe Testament geplaatst is.
In 1620 en 1623, toen de Doopsgezinden te Middelburg sterk toenamen, riep men Faukelius te hulp om de belangen der gemeente ook met zijne pen te verdedigen. Daaraan hebben wij te danken zijn werkje getiteld:
Babel, dat is, Verwerringhe der Wederdooperen onder malkanderen, over meest alle de stucken der Christelicke leere. Met een kort verhaal van den oorspronck, verbreydinge, menigerley verdeelingen ende scheuringhe derzelven van malkanderen, Middelb. 1621. 8o.
Na zijn dood werden nog twee werken van hem in het licht gegeven, het eerste door den Middelburgschen predikant G. Buis, en het tweede door den Hoogleeraar van Laar; zij zijn getiteld:
Bruilofts-Lied ter eeren van Jesus Christus, over den XLV Psalm, in 48 Predicatien, Middelb. 1628. 4o.
Jesuah Jehovae, of de zaligheid des Heeren, predicatien over de mensch-wordinghe ofte geboorte Christi uit de vrouwe; als ook over zijne besnydinghe, dood, ende opstandinge uyt de dooden, Middelb. 1633. 8o.