[Jacobus Ermerins]
ERMERINS (Jacobus) was de zoon van Françors Ermerins, Secretaris en Auditeur-militair te Lillo, en van Anna Maria Ferleman. Hij werd te Lillo geboren, doch de tijd wanneer wordt verschillend opgegeven, als den 8sten of den 25sten December 1725 en 1726. Hij was eerst commies van 's lands magazijnen en gedelegeerd Regter te Lillo, en vervolgens Secretaris der stad Veere. Hij trad den 24sten Junij 1749 in het huwelijk met Sara Vereyck, en, na haren dood, in 1752 met Johanna Jacoba Catharina Wiltschut, dochter van den Luitenant-Admiraal Hermanus Wiltschut en van Anna Maria Auste. Deze vrouw overleed den 27sten April 1779, en hij zelf te Veere den 29sten Junij 1795. Zijne afbeelding ziet het licht. Hij deed zich als een verdienstelijk geschied- en oudheidkundige kennen, door zijn werk getiteld:
Eenige Zeeuwsche oudheden opgehelderd en in het licht gebragt, Middelb. 1780-1799. 8o. 8 deelen in 11 stukken m. pl.
De Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden, waarvan Ermerins lid was, bezit van hem in handschrift:
Enkele woorden betrekkelijk tot de Artillerie en een oorlogsmagazyn te Lande, waarvan sommige tot opheldering kortelijk beschreven zijn, dog, meestal breedvoeriger behandelt in een Concept Magazijns woordenboek. 85 bladz. 4o.
Aanteekeningen rakende het Gilde van Rhetorica te Vere, met bijlagen. 9 bladen fol.
Zie Handelingen van de Jaarl. verg. van de Maatsch. der Nederl. Letterk. te Leid. 1796. bl. 4; de Jong, Naaml. van Boek.; Cat. van de Bib. der Maatsch. van Ned. Letterk. te Leid. D. I. bl. 64, 81, 2de Bijv. bl. 109; Muller, Cat. van Portrett. bl. 323; de Navorscher, D. VI. bl. 189.