Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 5
(1859)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
van zijne geboorte is onbekend. Hij kwam in 1580 met zijn vader te Leiden, doch was in 1599 boekverkooper te 's Hage, gaf er in dat jaar de Latijnsche druk der Voijagien van Jan Huygen van Linschoten uit, en huwde den 4den Februarij 1597 met Anneke Hartshals van Leuven, die, na hem twee dochters, Maria en Elizabeth, te hebben geschonken, in 1599 overleed, ten gevolge waarvan hij in dat jaar nog te Leiden terugkeerde, nadat hij zijn winkel aan zijn broeder Lodewijk had overgedaan. Hij hertrouwde den 4den Junij 1600 met Francina Henriks dochter, weduwe van Steven Bellaert, bij welke hij voor zoover bekend is geene kinderen verwekte, en die in 1621 overleed. Hij komt in 1603 te Leiden als koopman voor, was er verder bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie, en in 1620, met zijn schoonzoon Pieter van Vilven, handelaar in wijnen. Hij overleed te Leiden en werd den 1sten Julij 1651 in de St. Pieterskerk aldaar begraven.
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1807. D. I. bl. 119; Essai Bibliogr. sur les edit. des Elsevirs, p. 30; (Jacob) Jaarb. voor den boekh. 1839, bl. 140; Rammelman Elsevier, Uitk. van een onderz. omtr. de Elseviers, bl. 13, 14; De Reume, Rech. sur les Elsevier, p. 17, 18. Pieters, Ann. de l'imprim. Elsevir. p. 33, 34, 47. |
|