Koninklijk besluit van den 17den Januarij 1836 tevredenheid betuigd werd, met eervolle vermelding op de legerorders in Indië en in Nederland. Te Batavia teruggekeerd, werd hij in Mei 1835, na aldaar in Februarij te voren gehuwd te zijn met Vrouwe Catharina Benjamina Carolina van Kempen, die hem twee dochters en een zoon Cornelis Hendrik schonk, belast met het bevel over het observatie-leger, dat in het midden-gedeelte van Java gevestigd was.
In 1837 met verlof naar het Moederland vertrokken, keerde hij twee jaren later naar Java terug, in de betrekking van Raad van Nederlandsch Indië en met den honorairen rang van Generaal-Majoor. Hij bleef aldaar met groote onaf hankelijkheid en ijver werkzaam tot in het laatst van 1842, toen hij zich verpligt zag, tot herstel van gezondheid, dat eiland op nieuw te verlaten. Bij zijne komst in Nederland was zijn gestel, dat door het Indische klimaat en de veelvuldige vermoeijenissen, vooral op Sumatra's westkust en in de Lampongs, langzamerhand ondermijnd was, zeer verzwakt, welke verzwakking meer en meer toenam, zoodat het aan de koortsen, die hem aantastten, geen tegenstand kon bieden, en hij zelfs spoediger dan men verwachtte bezweek op den 3den September 1843.
De Generaal Elout heeft kort geleefd, maar in dien korten tijd veel gedaan. Hij was een onverschrokken krijgsman, die geene gevaren ontzag, en aan de zijnen in het uur des gevaars, steeds den weg wees. Zijne braafheid en naauwgezetheid worden door een ieder erkend. Als mensch en christen had hij zich de algemeene achting verworven. Zijne gulheid, herbergzaamheid en hulpbetoon zijn door menigeen ondervonden. Hij was een brave zoon, een liefhebbend echtgenoot en vader, een hartelijk en getrouw broeder en vriend.
Ter herinnering aan zijne verrigtingen op Sumatra, werd, in de Padangsche bovenlanden, een onzer versterkingen Fort Elout genoemd, en het Genootschap van kunsten en wetenschappen te Batavia deed, in het 20ste Deel van hare werken, hulde aan zijne nagedachtenis.
Zie van Kampen, Geschied. der Nederl. buiten Europa, D. III. bl. 652-655. de Stuers, Guerre de Java; Weitzel, Oorlog op Java; Militaire Spectat. D. X. bl. 186; Boelhouwer, Herinner.; Hand. van het Bataviaasch genootsch. D. XX; Hand. van het Ind. gen. te 's Hage, 3de Jaarg, bl. 339-345; de Stuers, Vestiging der Nederlanders ter Westkust van Sumatra; Lange, Het Nederlandsche Oost-Indische leger ter Westkust van Sumatra.