[Otmar of Ottomar Elliger]
ELLIGER (Otmar of Ottomar) de Jonge, zoon van Otmar Elliger, de Oude, hofschilder van Willem Frederik, keurvorst van Brandenburg, werd in 1666 te Hamburg geboren en ontving het onderwijs in de kunst van zijnen vader, en te Amsterdam in het historieële vak van Michiel van Musschert en Gerard de Lairesse. Volgens het oordeel van deskundigen waren zijne ordonnanties rijk van vinding en breed van penseeltoets. Hij schilderde veelal in voorname heerenhuizen, in welke hij zalen, plafonds en ander sieraadwerk schilderde. Voor den keurvorst van Mentz schilderde hij twee groote stukken, en ontving daarvoor, behalve een aanzienlijk geschenk, den titel van hofschilder, voor welken laatsten hij evenwel bedankte, te Amsterdam bleef en er in 1732 overleed. Behalve vele schilderwerken, vervaardigde hij ook teekeningen en titels voor boeken van geschiedkundigen aard, en heeft ook de etsnaald gehanteerd. Zijn zoon volgt.
Zie Immerzeel, Lev. en werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en werk. der Kunstsch.