[Franciscus Elgersma]
ELGERSMA (Franciscus) was in 1627 geboren en werd in 1650 predikant te Oudkerk en Roodkerk, in 1652 te Leeuwarden. Tijdens zijne dienst aldaar in twisten geraakt zijnde, was hem eene beroeping naar Oudeschoot aangenaam en vertrok hij in 1667 derwaats. Van daar vertrok hij naar Grouw in 1669, alwaar hij in 1712 overleed. Zijne afbeelding, naar Brakenburgh gegraveerd, ziet het licht. Hij schreef:
Over Mattheus XXII. vs. 1 en 2 of Leersaame Bedenkingen over de Parabel van de koninglijke Bruyloft, Leeuw. 1659. 8o.
Swanengesangh over de zeven laatste woorden, Amst. 1659. 8o. Herdrukt Leeuw. 1687. 8o.
De Herder Israëls, of een Verklaaring over den XXIII Psalm, Leeuw. 1664. 8o. ald. 1770. 4o.
Davids Afscheid en Uytvaart, Leeuw. 1665. 12o.
De wensch aller heydenen. Dat is een korte verklaring over Haggai II. vs. 8. Leeuw. 1668. 8o.
Zegen der Verdrukking, Leeuw. 1683. 8o.
Leere des Doops, Leeuw. 1685. 8o.
Kanker der Sociniaansche kettery, Leeuw. 1686. 8o.
Verhandeling van de H. Drieeenheid, Leeuw. 1689. 8o.
Een bondelke van Heylige Meditatien over bysondere Texten der Heilige schriften, Leeuw. 1689. 8o.
Geschrey of Traanen Jesu Christi, Leeuw. 12o.
Beste Ridder, Leeuw. 12o.
Rijkste Geever, Leeuw. 12o.
Getrouwste Besorger, Leeuw. 12o.
De meeste dezer werken werden graag gezogt en meermalen herdrukt. Blijkens een Latijnsch vers van hem, geplaatst vóór Gabbema's, Friesche Lust-Gaarde, beoefende hij ook de Latijnsche Dichtkunst.
Zie Engelsma, Volglijst van predik. in de Classis van Zevenwouden, bl. 149; Laurman, Naaml. van pred in de Classis van Leeuw. bl. 11, 100, 133; Rabus, Boekz. van Europ. Nov. en Dec. 1696. bl, 544; Ferwerda, Naaml. van Boek. D. I. St. I. bl. 151, St. II. bl. 108, 109; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I. III; van der Aa, Nieuw woordenb. van Ned. Dicht. D. II. bl. 74; Muller, Cat. van Portrett. bl 77.