[Joris Hubrechtszoon van Eik]
EIK (Joris Hubrechtszoon van), Schout van Aarlanderveen, in de wandeling Schout Joris genoemd. Hij maakte zich tijdens de godsdiensttwisten bekend, door zijn rondborstig antwoord. Toen hem namelijk werd voorgehouden dat hij met de Remonstranten niet meer gemeenschap mogt hebben, maar voortaan bij de Gereformeerden ter kerke moest gaan, indien hij zijn ambt wilde behouden, gaf hij hierop te kennen dat hij zijn ambt zoo duur niet koopen wilde; en toen hierop eenige Heeren zich daarover zeer verwonderd toonden, en zeiden, dat zij niet verwacht hadden, dat hij, die het anders zoo naauw niet scheen te nemen, in dezen zwarigheid zoude maken, antwoordde van Eik ‘Ik weet, Mijne Heeren, dat ik een groot zondaar ben, die mij zelven meermalen heb vergeten, en niet gekweten, gelijk een regtschapen christen toestaat. Maar dit is, en het moet mij zijn, eene dringende reden, om mijne meer dan te veel bezwaarde ziel met dusdanig moed-