[Sebastiaan Egbertszoon]
EGBERTSZOON (Sebastiaan), zoon van Egbert Meyndertsz, wiens leven wij op zijn artikel zullen beschrijven, en van Dieuwertje Reaal, werd geboren te Amsterdam in de tweede helft der zestiende eeuw. Door zijnen vader verkreeg hij reeds vroeg smaak in de wetenschappen, legde zich op de geneeskunde toe en werd eerlang tot geneesheer bevorderd. Zijne kundigheden waren zoo groot, dat hij in 1599 tot Hoogleeraar in de ontleedkunde in zijne geboorteplaats werd aangesteld.
Zijn naam is evenwel meer als Regent bekend. Hij werd in 1593 Schepen, in 1602 Raad en in 1606 Burgemeester van Amsterdam. In de laatste waardigheid toonde hij zich als een gematigd en belangloos bestuurder bij de beraadslaging over het uitleggen der stad in 1615. Hij was in 1618 weder Raad van Amsterdam, en werd als zoodanig door Prins Maurits in dat jaar ontzet, ofschoon hij het ambt van Thesaurier bleef behouden. Hij is later niet weder in zijne waardigheid hersteld, ofschoon men erkende dat hij daarop het meeste regt had. Hij is den 23 April 1621 overleden, en was naar het oordeel van den geschiedschrijver Brandt’ in groote eere van vroomheid, verstand en geleerdheid, en zeer bescheiden in het stuk van religie.’
Zie Wagenaar, beschrijv. van Amst. D. VII. bl. 694, D. XI. bl. 227; Dezelfde, Vaderl. Hist. D. X. bl. 86, 280; van der Boon, Geschied. der outdekk. in de ontleedk. van den Mensch, bl. 10 en Bijl. II.