Dit werk werd tweemalen herdrukt. Bij de vermelding van dit en het volgende valt op te merken, dat elk deel met eenen anders luidenden titel is uitgegeven.
Wel Leven, waarin het wel leven in 't gemeen, het verstandig en geloovig leven in 't bijzonder uytvoerig verhandeld, waarin ook het begin en de voortgang van het geloofsleven, en het leven door het geloof op de beloften, in het breede vertoont werdt enz. Amst. 1746-1751. 8o. 6 deelen.
Ook dit werk werd tweemalen herdrukt.
De alleruytnemenste Weg om wel te Leven en wel te Sterven aangewezen in eenige verhandelingen van de Liefde, met alle deszelfs voortreffelijke Eigenschappen, Ofte verklaringen en toepassende Aanwijzingen over 1 Corinth. XIII; waarbij gevoegt is een Aanhangsel van eenige keurstoffen, als Henochs Wandel en Wegneming, de laatste Gebeden en Werkzaamheden van den Messias, volgens Psalm XXXI. vs: 1 tot 9 en een Synodale Leerreden over Jacob. II. vs: 12. Amst. 1748-1750 4o. 2 deelen.
De Christelijke Jonkheid, waarin van de Jonkheid in het gemeen, van het bestaan, de pligten en opvoeding der Jeugd in het bijzonder gehandelt werdt, waarin ook vier der gedenkwaardigste dingen, op die stoffe betrekkelijk volgens Prediker XI. vs: 8, 9 en 10 en XII vs: 1 verklaard en toegepast, alsmede van Psalm CXLI. vs. 12. Amst. 1753-1755, 8o. 3 deelen.
Meermalen herdrukt en elk deel met eenen anders luidenden titel.
De Christelijke Ouderdom, waarin van den ouderdom in het gemeen, en der Eerste Vaderen in het bijsonder geschreven, desselfs beschrijving volgens Prediker XII. vs: 2 tot 7. uytvoering verklaard en door toepassende aanmerkingen nadrukkelijk aangedrongen wordt. Amst. 1755-1756 8o. 2 deelen: het tweede deel met eenen anders luidenden titel.
Leven der Christenen, Amst. 1758. 8o. 3 deelen.
Zie Boekz. der Gel. Wereld, 1736, b. bl. 434, 1717. a. bl. 624, 719, 1750. a bl. 461, 1759 a bl. 243, 244; de Jongh, Naaml. der predik. van het Geld. Synode, bl. 293; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I. II. III. IV; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek; Kok. Vaderl. Woordenb. D. XIII. bl. 151.