[Dirk Duivel]
DUIVEL (Dirk) was een der dapperste voorvechters onzer vrijheid tegen Spanje. Van Amsterdam afkomstig behoorde hij tot hen, die, op last van Oranje, onder Lodewijk van Nassau eenige schepen hadden uitgerust, om daarmede ter kaapvaart te varen; ten gevolge waarvan hij bij vonnis van den 3den Julij 1572 gebannen werd en zijne goederen verbeurd verklaard. Hij had zich daarop naar Engeland begeven, en nam niet alleen een belangrijk aandeel aan de verovering van den Briel, maar bragt er ook veel toe bij om Lumey, die de stad voor onhoudbaar hield en met de behaalde buit vertrekken wilde, over te halen, dezelve voor den Prins te bezetten, haar in staat van verdediging te stellen en te verdedigen, waarin hij hem getrouw en dapper ter zijde stond. Met hem verder Holland ingedrongen, behoorde hij in 1573 tot de bevelhebbers van Alkmaar, en verwierf hij zich in de verdediging van die stad onsterfelijken roem. Hij geraakte, na het vertrek van de Spanjaarden, hierdoor evenwel in moeijelijkheden, omdat hij met anderen bij het naderen van den vijand, oordeelende de stad niet te kunnen houden, in bedenking had gegeven haar te ontruimen. In de gevangenis geworpen werd zijne zaak onderzocht, en ofschoon zelfs de Gouverneur der stad, Jakob Cabeljau, hem beschuldigde, werden er echter door burgers en soldaten zulke beste getuigenissen van hem ingebragt, dat hij niet alleen den 4den December 1573 uit zijne gevangenis ontslagen, maar ook in zijne eer en waardigheden hersteld werd. Na dien tijd wordt zijn naam in de geschiedenis niet vermeld. Misschien was hij dezelfde met den krijgscommissaris Duvel, die in 1581 op last van Oranje gecommitteerd werd om vier vendelen van het volk des Oversten IJsselstein in Doetinchem te brengen.
Zie Bor, Ned. Oorl. D. VI. bl. 457 (337); Eikelenberg, Alkmaar en zijne geschiedenissen, bl. 197, 210, 225, 235, 243, 245, 267,