[Jacob Duck]
DUCK (Jacob) werd in 1626 als meester in het Schildersgild te Utrecht aangenomen, en schijnt aldaar onafgebroken gewoond te hebben, daar zijn naam in 1646 aldaar nog voorkomt. Volgens het algemeen gevoelen zou hij de vader zijn van Jan le Ducq, die volgt, maar dit wordt door den Heer Kramm, niet zonder grond, in twijfel getrokken. Hij was een niet onverdienstelijk schilder, van wien evenwel thans geen werk meer bekend is.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.