Ferwerdt en verwekte geene kinderen. Gellius Snecanus roemt zijne goedheid en ijver voor de godsdienst. Hij werd in de kerk te Huizum met zijne vrouw begraven, alwaar vóór 1795 hunne grafzerk nog te zien was en tegen den muur een houten gedenkstuk, met hunne acht kwartieren en een Hollandsch en Latijnsch opschrift.
Zie Gellius Snecanus, Frisia Nobilis. p. 59; te Water, Verb. der Edel. D. II. bl. 140, 261, 346-348, D. III. bl. 462; Iets over Jancko Douwama's familic enz. (boven aangehaald) bl. 59.