durende anderhalf jaar met roem tegen den vijand, en werd daarvoor door de Staten van Zeeland, met een schaal, waarin de belegering gegraveerd was, beschonken. In 1606 diende hij met goedvinden van de Staten als Overste van een regiment en Generaal der Artillerie nog eenmaal buiten 's lands, met Graaf Ernst van Nassau, en wel bij de belegering van Brunswijk, en was naderhand Gouverneur van Tholen, tot dat hij in 1612 overleed en te 's Hage begraven werd.
Van Dorp was twee malen gehuwd; eerst met Anna Schets, dochter van den Ridder Koenraad Schets en van Maria van Brimeu. Zij stief in 1606; daarna met Sara van Trillo of Trello, dochter van Karel van Trillo of Trello, Schout van Utrecht. Uit het eerste huwelijk waren vier zonen, Tertulliaan, Filips, die volgen, Arend, Hofmeester en Raad van drie Prinsen van Oranje gedurende vier en dertig jaren, en Octaviaan; en eene dochter, Dorothea genaamd. Bij zijne tweede vrouw verwekte hij een zoon, die mede volgt; en eene dochter Maria. De afbeelding van Frederik van Dorp ziet het licht.
Zie van Leeuwen, Bat. Ill. bl. 936, 937; Hoogstraten, Woordenb.; te Water, Verb. der Edel. D. III. bl. 343, 514-519; Fred. van Vervou, Gedenckw. Geschied. bl. 176; Bosscha, Neêrl. Held. te land, D. I. bl. 381, Bijl. bl. 11-14; van Groningen, geschied. der Watergeuz. bl. 194-199, 444-445; Muller Cat. van Portr. bl. 73; de Navorscher, D. VII. bl 285, 341.