[Van Dongen]
DONGEN (van), luitenant-kolonel, was een der hoofdofficieren die in 1795 den Erfprins van Oranje getrouw waren gebleven en met hem het land hadden verlaten. Toen in 1799 de Prins van Oranje eenen inval in de Bataafsche Republiek wilde doen, was van Dongen de eenige bevelhebber wiens toeleg gelukte. Aan het hoofd van een honderdtal Oranje-gezinde jongelieden, op allerlei wijzen gewapend, trok hij den 3den September van genoemd jaar het stadje Enschedé binnen en bemagtigde na een scherp gevecht tegen de gewapende burgers, die zich uit het Stadhuis moesten verdedigen, de stad Oldenzaal. Daar de andere ondernemingen mislukten, hadden de door van Dongen behaalde voordeelen geene gunstige gevolgen.
Zie Krayenhof, Geschiedk. Beschouw. van den Oorlog in 1799 bl. 99 en 100; Bosscha, Neêrl. Held. te Land, D. III. bl. 185.