[Oom Jacob Dirksz]
DIRKSZ (Oom Jacob), leeraar bij de Doopsgezinden te Wormerveer; hij schreef:
Endige predicatiën tot boete, en beteringe des levens, in deceren roevigen tijd des oorlogs, en gemeenen nood des vaderlands aan alle landgenooten in 't gemeen tot leeringe, en vermaaninge voorgesteld, 1637. 4o. Herdrukt. Amst. 1697. 4o.
Vijf Predicatiën over eenige duistere of anders disputable schriftuurplaatsen in den zendbrief des Apostels Paulus aan de gemeente Jesu Christi te Romen; dienende met eenen tot openinge van denzelven Zendbrief, mitsgaders van den waaren Christelycken Godsdienst, Amsterdam en Hoorn, 1678. 4o.
De Christelyke huisvader, raakende den pligt der geloovige ouderen beneffens hunne kinderen, om die in de godzaligheid te onderwijzen, en in vreeze Gods op te kweeken door O.J.D. V.W.V. (dat is, Oom Jacob Dirksz van Wormerveer), Amst. 1677. 8o.
Een Allegorisch-Historisch Verhaal van het edel en magtig Koningrijk van Salem, mitsgaders van deszelfs edelen Koning en zijne volmaakte Deugden, en van de reize tot hetzelve voorgesteld in maniere van Zaamenspraake tusschen Historicus Waarmond en Reislust Weetgeerszoon, Amst. 1683. 12o. m. pl.
Zie Schijn, Geschied. der Mennon. bl. 653-656.