[Daniel de Dieu]
DIEU (Daniel de), zoon van den voorgaande, werd in 1540 te Brussel geboren en was gedurende twee en twintig jaren predikant bij de Hervormde gemeente aldaar. Toen die stad in 1585 door Parma werd ingenomen, was de Dieu, om de vervolgingen te ontgaan, genoodzaakt te vlugten. Hij kwam te Vlissingen, werd er dadelijk aangesteld als predikant, verbleef er tot zijn dood in 1606 en werd in de groote kerk aldaar begraven.
Gedurende zijne dienst te Vlissingen hield hij briefwisseling met Sonoy, over staatkundige aangelegenheden, en vertrok hij met Jan Michielszoon, predikant te Grootebroek, naar Engeland, om bij Koningin Elizabeth uit te werken, om Prins Maurits tot algemeen Stadhouder te doen verklaren, mits het bewind over al het krijgsvolk aan een Engelsch bevelvoerder werd in handen gesteld. Of hij in dat opzigt op hooger last gehandeld heeft, is beweerd en ook tegengesproken; wij betwijfelen het, op grond dat dergelijke verheffing aan Maurits, ten koste van zijn oppergezag over het krijgsvolk, zeker niet welgevallig zou geweest zijn, en als zoodanig stemmen wij het van Wyn toe, dat die handeling onwettig en misdadig was; maar wij opperen de vraag of de geschiedschrijver Brandt, aan wien wij het bovenstaande te danken hebben, die zending van De Dieu niet kan verward hebben met zijne bemoeijingen in Engeland in hetzelfde jaar, in vereeniging met de Utrechtsche predikanten Sopingius en Helmichius, om door medehulp van Leicester, de belangen der Nederlandsche Hervormde kerk aan de zorg van Koningin Elisabeth dringend aan te bevelen, waarvan wij het berigt bij den geschiedschrijver Bor aantreffen.
De Dieu was met dat al een zeer geleerd man, bijzonder ervaren in de gewijde talen en hooggeacht bij de geleerdste mannen van zijnen tijd, die zich bij hem vervoegden om zijn gevoelen over sommige geleerde onderwerpen te vernemen. Hij was in 1591 voorzitter der Synode te Middelburg, en twee jaren later afgevaardigde tot een coetus aldaar, om met de Hollandsche, Geldersche en Friesche Synoden te spreken over eene nieuwe overzetting van den Bijbel.
De Dieu was meermalen gehuwd, eerst met Lysken Mochaards, die hem een zoon, David, schonk, die te Vlissingen zijn opvolger werd en in 1608 overleed; daarna met Sara Colonius of van Keulen, zuster van Daniel Colonius, vroeger vormeld, die hem twee zonen schonk, Lodewijk, die volgt, en Cornelius, die, na tien jaren het Evangelie bediend te hebben, overleed.
Zie Bor, Nederl. Oorl. B. XXIV. bl. 251., Brandt, Hist. der Reform. D. I. bl. 748-753; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. VIII.