[Frans Decker]
DECKER (Frans), welligt behoorende tot het geslacht van Coenraet Decker hierboven genoemd, werd te Haarlem geboren in 1684, begon zijne kunstoefening bij Romeyn de Hooghe en zette die voort onder Bartholomeus Engels. Hij was een verdienstelijk portretschilder en schilderde en teekende ook onderwerpen van geschiedkundigen aard. Hij was tevens kunstkooper, en aan hem werd in 1743 door de regering van Haarlem opgedragen, om al de aanwezige afbeeldingen der Graven van Holland, die tijdens de beeldstorming uit het Carmelieten-klooster naar het stadhuis gevoerd, bewaard gebleven en nog heden daar te zien zijn, schoon te maken, op nieuw te vernissen, de daaronder bestaande oude verzen weder goed leesbaar te maken, en ze alsdan in de zalen van het stadhuis ten toon te stellen, waardoor zij in het vervolg minder aan beschadiging zouden zijn blootgesteld. Decker overleed in 1751 en zijne afbeelding, door Jelgersma geteekend en in 1755 door van Noorde gegraveerd, ziet het licht.
Zie Immerzeel, Lev. en Werk. der kunstsch; Kramm, Lev. en Werk. der kunstsch. op Dekker.