Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 4
(1858)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 39]
| |
tot hoogleeraar in de wiskunde, de krijgs- en burgerlijke bouwkunde en de waterweegkunde benoemd, en hield, ter aanvaarding van dien post, den 5den November van dat jaar eene redevoering: de officio Mathematici in tradendis disciplinae suae fundamentis. Daarna ook tot hoogleeraar in de natuurkunde benoemd, sprak hij op den 29sten September 1787: de experimentorum in Physicis pretio rite constituendo. Hij was een der leermeesters van den erfprins van Oranje, later koning Willem I en hij overleed op den 3den April 1793, den roem van een groot natuurkundige nalatende; ook schreef hij: Dissertatio Physica et Mathematica de montium altitudine Barometro mentienda. Hag. Com. 1783, 8o. Natuur- en wiskundige beschouwing van den lugtbol, tot eene betere kennis en beoordeeling dier berugte ontdekking. Utrecht, 1784, 8o.
Zie Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; Siegenbeek, Geschied. der Leidsche Hoogesch., D. I. bl. 325, 327, Toev. en Bijl., bl. 230; van Kampen, Geschied. der Ned. Lett., D. II. bl. 615, D. III. bl. 261. |
|